Bronzen plaquette met de beeltenis van Ir. Jan A. Stoop, geplaatst in de bestuurskamer …
Afbeelding 552_100862
- Collectie
- Gemeentelijke Prentverzameling
- Inventarisnummer
- 552_100862
- Beschrijving
- Bronzen plaquette met de beeltenis van Ir. Jan A. Stoop, geplaatst in de bestuurskamer van de MTS aan de Oranjelaan. Aangeboden door bestuur en personeel, in erkenning van zijn grote verdiensten voor de MTS, t.g.v. zijn 70e geboortedag op 10 juli 1928.
- Persoon
- Stoop, Jan
- Gebouw / instelling
- MTS Middelbare Technische School
- Geografie
- Dordrecht
- Straat
- Oranjelaan
- Datum of periode
- 10-07-1928
- Trefwoorden
- plaquettes
toon op grote kaart
Goed om te weten: de plek kan afwijken van de werkelijke locatie (hij wordt automatisch gegenereerd).
4 reacties Commentaar van bezoekers
Naar hem zijn o.a. vernoemd: - de Stoopbank (Noorderelsweg 3, Dordtse Biesbosch). - Theodoor Stoopzaal (Restaurant Den Witten Haen aan de Groenmarkt) In het RAD is ook van hem meer informatie te vinden.
Overleden te Bad Wiessee op 5-10-1931 in het door zijn broer Adriaan opgerichte Bad Wiessee. =================================================================== https://nl.wikipedia.org/wiki/Adriaan_Stoop =================================================================== https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/6/6e/Bad_Wiessee_Jod-Schwefelbad_2.jpg =================================================================== Op het moment van overlijden was zijn adres Rijksstraatweg 777 te Wassenaar. In zijn opdracht werd de villa : "Huize Simpang" aan de Stationsweg 4 hier in Dordrecht gebouwd. In Den Haag aan de Gogelweg ook op nummer 4 liet hij een nagenoeg gelijkend pand ontwerpen door dezelfde architect, ook weer met de naam "Huize Simpang", hier woonde hij van 28-12-1914 tot 15-12-1927 =================================================================== https://resolver.kb.nl/resolve?urn=dts:2486002:mpeg21:0195 =================================================================== De Dordrechtsche Courant, 1928-07-03; p. 1: =================================================================== Ir. J. A. Stoop 70 jaar. =================================================================== In de Juli-aflevering van Nederlandsch-Indie Oud en Nieuw schrijft de heer H. Blok Wijbrandi over onzen oud-stadgenoot in een waardeerend artikel. =================================================================== ‚,Nu 10 Juli a.s. Ir. J. A. Stoop zijn 70sten verjaardag zal vieren werd mij gevraagd eenige woorden aan hem te wijden en wel speciaal aan zijne Indische jaren. Ik doe dit gaarne, niet alleen uit persoonlijke dankbaarheid, maar ook als herinnering aan de aangename jaren, die ik in dienst van de D. P. M. ook onder hem heb gewerkt. Ir. J. A. Stoop is zeker wel een van de krachtigsten van „Het krachtige geslacht Stoop”, niet alleen physiek, maar ook in karakter en doorzettingsvermogen, terwijl hij aan groote technische kennis een belangrijk koopmanstalent paart. Zijne werkkring in Ned.—Indië bij de D. P. M. stelde hem in de gelegenheid daarvan ruimschoots de bewijzen te leveren. Ir. J. A. Stoop arriveerde in 1890 op Java, vestigde zich in de buurt van Soerabaja, waar de eerste ruwe olie door zijn broeder A. Stoop was aangeboord en eene petroleumraffinaderij moest worden gebouwd te Wonokromo, ter vervanging van een klein fabriekje, dat eerst vlak in de buurt van het ontginningsterrein was verrezen. Dit was de eerste petroleumraffinaderij in Ned.-Indië‚ die echter spoedig gevolgd zou worden door eene tweede van de D. P. M., die noodzakelijk geworden was door de aanboring van petroleum in de residentie Rembang. Na een verblijf van eenige maanden in Holland vestigde Ir. J. A. Stoop zich ten behoeve van den bouw van deze fabriek te Tjepoe aan de Solo-rivier. Het was hier, dat Stoop eerst recht zijne energie kon ontplooien. In dit gedeelte van Java woonden alleen landbouwers en houthakkers. Industrie was er volkomen onbekend. Dientengevolge geen enkele geoefende werkman, geen woonhuis, geen spoor- of tramwegen, alleen de vaak bandjirende Solo-rivier en de groote weg van Bodjo Negoro over Padangan naar Blora. Dit alles was echter voor Stoop geen bezwaar om in zeer korten tijd eene raffinaderij te bouwen, die 400 kisten en al heel gauw 800 en later 3000 kisten petroleum per dag afleverde. (in Juni 1894 werd met den bouw begonnen en reeds in October van datzelfde jaar werd de eerste lichtpetroleum geproduceerd.) Het behoeft wel geen betoog, dat hierbij allerlei moeilijkheden moesten worden overwonnen en het was daarvoor noodig, dat Stoop dag en nacht in touw was. Hoevele conferenties waren er niet noodig met allerlei vertegenwoordigers van Binnenlandsch bestuur: residenten, controleurs, regenten en andere inlandsche hoofden, autoriteiten van spoor- en tramwegen, enz. Hoevele reizen naar Rembang, Blora, Bodjo-Negoro, Semarang, Soerabaja. Batavia, enz. De steeds vermeerderende productie van ruwe olie maakte niet alleen uitbreiding van de fabrieken, aanleg van pijpleidingen, aanschaffing en monteering van tankwagens, bouw van blikkenfabrieken en aftap- en opslaginstallaties noodig, maar ook het sluiten van vervoercontracten met spoor- en tramwegen en verkoop-overeenkomsten met Chineezen op de belangrijkste plaatsen van Java, enz. enz. Vooral bij het maken van deze laatste contracten en overeenkomsten was het, dat Stoops koopmanstalent tot zijn recht kwam. Maar niet alleen de fabrieken en de verkoop vroegen de voortdurende zorg van Stoop, ook de boringen vereischten geregeld toezicht. Van de boorterreinen moesten pijpleidingen aangelegd worden naar de raffinaderij, pompstations en tanks opgesteld, woningen voor het zich steeds uitbreidend personeel gebouwd, enz. enz. Nog werd het noodig gevonden een kleine raffinaderij te bouwen te Semarang met blikkenfabriek, opslagplaatsen, pakhuizen, enz., die het ruwe product verwerkte. dat in, den beginne van Tjepoe werd aangevoerd. maar later hare grondstof kreeg uit de concessie Djepon, eveneens in de residentie Rembang. Zoo naderde 1896, het jaar, waarin ir. A. Stoop voor goed naar Holland vertrok. Ir. J. A. Stoop verhuisde naar Soerabaja en kreeg de geheele leiding van de D.P.M. Was tot dusver in hoofdzaak attentie besteed aan het hoofdproduct lichtpetroleum, langzamerhand kregen ook de bijproducten beteekenis: residu voor brandstof, machineolie, gasoline, asphalt en last not least paraffine die voor een belangrijk percentage in de Rembangsche ruwe olie voorkwam. Besloten werd een paraffinefabriek te Tjepoe te bouwen, ook weer een geheel nieuwe industrie voor Ned- Indië, die eigenaardige moeilijkheden medebracht, vooral door de hooge temperatuur, waaronder gewerkt moest worden. Met de installatie kwam ook deskundig personeel uit Europa, dat, werkende onder zoo geheel andere omstandigheden als het gewoon was, dikwijls eischen stelde, waaraan niet te voldoen was. Maar zwarigheden zijn er om overwonnen te worden, en Stoop zou geen Stoop geweest zijn, als ten slotte niet een groote fabriek tot stand kwam, die paraffine maakte voor de Europeesche markt, batikwas en kaarsen voor consumptie op Java. Het zou mij te ver voeren de heele geschiedenis van de D.P.M. te beschrijven onder leiding van ir. J. A. Stoop. Bovenstaande zij genoeg om te schetsen welk een werkzaam aandeel ir. J. A. Stoop gehad heeft in den bloei van de petroleum-industrie in het algemeen en van de D.P.M. in het bijzonder! Toen in 1902 ir. J. A. Stoop op zijn beurt den tijd gekomen achte om naar Holland terug te keeren was de D.P.M. een zeer bloeiende onderneming geworden, een onderneming zooals er zeker weinigen geweest zijn, en die tot voordeel strekte van allen, die er meer of minder mee annex waren. Komt daarvan in de eerste plaats de eer, toe aan ir. A. Stoop‚ die het initiatief nam tot de ontginning van de petroluemterreinen, direct daarna komt zeker ir. J. A. Stoop, door wiens krachtige persoonlijkheid en groote werkkracht zoo veel, en zoo veel in korten tijd, werd tot stand gebracht. Ik wil niet eindigen voor nog te hebben vermeld, dat ir. J. A. Stoop bij vrijwel zijn geheele personeel zeer gezien was door de prettig-vriendschappelijke en vertrouwelijke manier, waarmede hij met hen omging, steeds wist hij werkkracht, gepaard aan een vroolijke levensopvatting te waardeeren. Ik geloof dan ook de tolk te zijn van velen, die met hem in Indië in aanraking zijn geweest, indien ik hem nog menig gezond en opgewekt jaar toewensch.
=================================================================== Ir. JAN STOOP ✝ =================================================================== Een groot Dordtenaar. =================================================================== In Bad Wieshel [moet zijn: Bad Wiessee] is gisteren in den ouderdom van 73 jaar overleden ir. Jan A. Stoop, ‘n man, die hoewel reeds jaren uit onze stad, door geboorte, opvoeding en alles wat hij voor Dordrecht deed, tot de groote figuren, die onze stad voortbracht, gerekend moet worden. Niet alleen omdat hij ’n onderneming hielp opbouwen, waaraan de naam Dordrecht verbonden is — we bedoelen de Dordtsche petroleum-maatschappij —maar vooral omdat hij de man was, die de Dordtsche M.T.S. — een der beste, zoo niet de beste der vaderlandsche middelbare technische scholen — groot maakte. Ir. Jan Stoop, ’n telg van ‘n voornaam Dordtsch patriciers geslacht, dat zijn naam voor eeuwen verbonden heeft aan onze Groote Kerk —we denken aan ’t zestal gebrandschilderde ramen in dit monument —‚ is ‘n bekende figuur uit de petroleum-industrie. Hij toch bouwde in Ned-Indië de eerste petroleumraffinaderij, n.l. die van Wonokromo bij Soerabaja, die al spoedig ‘n zusje bij Rembang kreeg. En in 1896 werd hem de leiding der Dordrechtsche Petroleummaatschappij opgedragen. Voor Dordrecht heeft ir. Jan Stoop — die destijds vanaf 1902, toen hij weer terug in Patria was, de prachtige door Ed. Cuypers gebouwde villa „Simpang“ bewoonde, beteekenis omdat hij in de jaren 1908 en 1909 in de vergaderingen van de Maatschapjiij van Nijverheid de gedachte om tot oprichting van een M.T.S. te komen propageerde. Niet alleen propageerde maar ook verwerkelijkte. Hij toch bracht met zijn naaste familie het bedrag noodig voor het doen verrijzen van de school bijeen, zoodat dit op 31 Maart 1913 door minister Heemskerk kon geopend worden. Maar met deze prachtige daad, ‘n schitterend bewijs van burgerzin, was nog geen eind gekomen aan de pogingen van den heer Stoop om de M.T.S. tot bloei te brengen. Hij deed nog een beroep op de industrie om het M.T.S.- onderwijs te steunen. En zoo werd onder het motto „Nijverheids stamt onderwijs" het Industriefonds gevormd. ‘t Is te begrijpen, dat ir. Jan Stoop voor alles wat hij voor de M.T.S. deed, hulde en dankbaarheid mocht ontvangen. Dit bleek op zijn 70ste verjaardag, toen hij in de M.T.S. gehuldigd werd, ’n door Tjipke Visser gemodelleerde plaquette werd toen onthuld. ’t Was bij die gelegenheid dat ir. Jan Stoop verklaarde, dat hij zijn liefde tot de stad Dordt hem tot handelen deed besluiten. De regeering erkende zijn verdiensten reeds door hem te benoemen tot ridder in den Ned. Leeuw. En Dordt? De burgemeester, bracht hem op z'n 70sten verjaardag de hulde en dank van onze stad, hem die de parel aan den kroon der stad Dordrecht stichtte. De overledene woonde de laatste jaren in Heemstede, [moet zijn: Wassenaar] waar hij o.m. het bekende Stierop Bad stichtte [???]. Lang is hij dus reeds uit onze stad heen. Maar dat moet gezegd, Dordt bleef zijn groote liefde bezitten. Dordt was 't dat ‘t meest profiteerde van zijn schitterende eigenschappen als mensch. Wij willen dit artikel besluiten met aan te halen wat ir. H. de Groot, de directeur der M.T.S.‚ ter gelegenheid van zijn 70sten verjaardig in Nederlandsch-Indië schreef: „Toen ik in begin 1911 den heer Stoop leerde kennen, had hij reeds een werkzaam en veelzijdig leven achter den rug met verscheidene Indische campagne-jaren. Te Dordrecht had zich toen ter tijde een comité gevormd, vooral bestaande uit industrieelen, dat de stichting eener Middelbare Technische School voor de metaalnijverheid zou bevorderen. Ook ir. Stoop was erbij betrokken en vervuld van de stichting der nieuwe inrichting. Doch niet alleen de M.T.S. te Dordrecht vindt in den heer Stoop een ijverig voorvechter; ook de belangen van het middelbaar technisch onderwijs in het algemeen gaan hem zeer ter harte. Toen 't in werking treden der Nijverheidsonderwijswet een nauwere aaneensluiting der gesubsidieerde particuliere middelbare technische scholen wenschelijk maakte en voor dat doel een vereeniging werd opgericht, werd hij in het bestuur daarvan gekozen en had hij gelegenheid zijn groote werkkracht ook aan de nieuwe vereeniging te geven. Ook hier hebben zijn groote ervaring en blijmoedige standvastigheid reeds vele bezwaren, die zich bij algemeene regeeringsmaatregelen voordeden, weten te ondervangen en van de vergaderingen, die door hem worden geleid, kan zeker worden getuigd, dat in korten tijd veel en op grondige wijze wordt afgedaan. 'n Groot Dordtenaar is heen. De herinnering aan zijn werkzaam leven blijft in den vorm van ’t majesteitelijke gebouw der M.T.S.